PDA

View Full Version : Info over trichotillomanie,


monique3
13 maart 2002, 13:04
Hier even wat info over ttm, over evt. medicijngebruik erbij.
Deze info heb ik van mijn andere ttm-site:

Het middel effexor schijnt dus ook erg goed te zijn tegen ttm!!

Venlafaxine treatment of trichotillomania: an open series of ten cases.
CNS Spectrums, 3(9):56-60, 63, 1998, R.L. O'Sullivan, N.J. Keuthen, D. Rodriguez, P. Goodchild, G.A. Christenson, S.L. Rauch, M.A. Jenike and L. Baer
This retrospective treatment study indicates that short-term treatment with venlafaxine (Effexor) significantly improved thrichotillomania symptoms. Although limited by the small sample size of 10 patients and the open nature of treatment, these data concur with preliminary data from a clinical trial in which 6 out of 9 trichotillomania patients showed a favorable response after 12 weeks of venlafaxine treatment.

Okee als ik of jullie meer vind, zullen we het dan hier melden?
Sterkte, Monique3.

monique3
17 maart 2002, 23:07
Question 304: Have you discovered the cause of
Trichotillomania? Is it still considered to be related to OCD, if
so how does it relate?



Bruce Mansbridge, Ph.D.: No, the causes of Trichotillomania and
of OCD are still unknown. They are considered to be related for a
couple of reasons: 1) the subjective experience is similar -- a buildup
of tension, the urge getting stronger and stronger, and a sense of relief
when the behavior is performed; and 2) the anti-OCD medications
seem to work for both. (Behavior therapy is also effective for both,
but behavior therapy is effective for lots of things, so that's not strong
evidence of their being related.)

. Claiborn Ph.D., ABPP: Like OCD, the cause of Trichotillomania
remains a mystery. This disorder seems similar to OCD in that the
impulse to pull seems similar to a compulsion in some ways. Also this
disorder responds to some of the same medications. The idea that
these disorders exist on a spectrum has some appeal and is often
discussed and debated in professional circles.

Michael Jenike, MD: Hello: We don't really know the cause of any
of these disorders. One of the brain changes (i.e., loss of volume in the
putamen) in Trich is very similar to that found in Tourette's, but not
OCD. It is interesting that both Trich and TS symptoms are preceded
by sensations; while OCD symptoms are preceded by cognitions
(thoughts, obsessions). The putamen has connections to the part of the
cortex or surface of the brain that is involved with sensations. As you
can see, some interesting work is going on, but understanding cause is
a long way away. Best wishes!

Suck Won Kim: The cause or causes of Trichotillomania are not
known yet. OCD is classified as an anxiety disorder in the official
diagnostic nomenclature (or DSM-IV) and Trichotillomania is
classified as an impulse-control disorder. These classifications may
change depending upon future research findings in these two disorders.
There perhaps is a partial overlap between the two disorders but there
are many differences between the two.

An illness is often triggered by a cause or causes which in turn cause
structural or functional changes in our body (pathophysiology). The
symptoms we experience are the product of this pathophysiology. An
illness is best understood if we know all three, that is, the cause,
pathophysiology, and symptoms. When a patient presents himself or
herself to a doctor, the patient tells the doctor his or her symptoms.
Thus the doctor still does not know the pathophysiology or cause.
Pathophysiology or cause is much more specific to a disease than
symptoms.

For example, cough and chest pain can be caused by many different
medical diseases. So, the cough and chest pain alone are not enough
to diagnose a patient's disease. If a doctor knows pathophysiology he
or she can pin down the disease much more easily but that is often not
the case. The disease develops on the following order,
cause-pathophysiology-symptom. The doctor examining a patient has
to deduce these three elements in reverse order. That is, the patient
will only tell the doctor his or her symptoms (last of the three
elements). The doctor has to figure out the pathophysiology and/or
cause. The doctor tries to find the pathophysiology or cause by
laboratory testing and many other medical means. Sometimes they
succeed but many times they do not.

If a cause or pathophysiology is known then the diagnosis and
treatment becomes easier. History of medicine has been such that
doctors find out the symptoms (or clinical course) first and then find
out the pathophysiology or cause at a later date. During the past 100
ears many hard working psychiatric researchers have laid a
foundation in the area of symptoms or clinical courses of various
psychiatric illnesses so that future studies in pathophysiology and cause
can proceed from this base. In most of the medical and psychiatric
diseases doctors are racing to find out the pathophysiology or cause.
This is why research is so important because it is usually the
researchers who do this kind of work.

Because the pathophysiology of OCD is poorly understood and the
pathophysiology of Trichotillomania is even less known, you can, I
hope, understand why doctors cannot provide a convincing answer to
your question.

L. Koran, M.D.: The cause of Trichotillomania is unknown. It has
little relation to OCD; very few OCD patients also have
Trichotillomania, and vice versa. Both conditions seem to respond to
medications that affect the neurochemical messenger called serotonin
(in the brain), but OCD responds more often and with less chance of
loosing its effectiveness in a given patient. Trichotillomania is now
thought of more as a habit disorder rather than a compulsive disorder.
You may wish to contact the Trichotillomania learning center in Santa
Cruz, California for more info. (They have a web site listed in the
"Other Helpful Resources" section.)

monique3
21 mei 2002, 14:51
Dit onderstaande is afkomstig uit een onderzoek door Pieter Hoekstra, verbonden aan het GAZ, groningen.
Het komt van een site af over Gilles de la Tourette, en nu zullen jullie wel zeggen of denken , wat heeft dat met ttm te maken.
Nou, volgens mijn behandelaar heeft ttm toch links met Gilles de la Tourette, er zijn wel wat overeenkomsten, net zoals bij ocd's.

Immunologische aspecten van GTS.
Drs. P.J. Hoekstra, arts, UCKJ-psychiatrie te Groningen.


Tics

Voor patiënten met tics en dwangklachten bestaan alleen behandelingen die de symptomen bestrijden. De gebruikte medicijnen hebben veel hinderlijke bijwerkingen. Onderzoek naar de rol van het afweersysteem bij het ontstaan van GTS, zoals onder meer plaatsvindt bij het Universitair Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie in Groningen, biedt wellicht de mogelijkheid om meer op de oorzaak of zelfs op preventie van GTS gerichte behandelingen te ontwikkelen.
De precieze oorzaak van ticstoornissen is onbekend. Onderzoek van de laatste jaren biedt echter sterke aanwijzingen dat bij een deel van de patiënten auto-immuniteit een rol speelt. Het veronderstelde mechanisme is gelijk aan dat van acuut reuma. De hypothese: er is sprake van een auto-immuunreactie als gevolg van een erfelijk bepaalde structurele gelijkenis van bepaalde structuren van de basale ganglia (deel van de hersenen) met bepaalde bacteriestructuren – om precies te zijn: streptokokken. De auto-immuunreactie wordt veroorzaakt of versterkt door infecties met streptokokken (die normaal zorgen voor keelpijn).


Plotselinge tics

Aanvankelijk leidden klinische observaties tot de hypothese dat streptokokkeninfecties bij een aantal patiënten met tics mogelijk zorgden voor een verergering van de tics. Enkele gevalsbeschrijvingen van patiënten met GTS lieten zien dat dwang of tics heel plotseling ontstonden of verergerden. Ook zijn er gevallen bekend waarbij patiënten met tics gunstige effecten ondervinden van de behandeling van een streptokokkeninfectie. Later kwamen er ook uit laboratoriumonderzoek aanwijzingen dat auto-immuniteit bij kinderen met tics een rol speelt. Kinderen met tics blijken een verhoogd aantal auto-antilichamen in hun bloed te hebben die gericht zijn tegen gebieden in de basale ganglia, alsook een verhoogde expressie te vertonen van het antigen D8/17 op B-cellen. Dit is een gevoeligheidsmarker voor acuut reuma, een auto-immuunziekte. Ook bij autisme bleek deze marker aanwezig. Daarnaast hebben verschillende onderzoekers gevonden dat bij patiënten met tics hogere concentraties antilichamen tegen streptokokken voorkomen, wat erop wijst dat zij recent streptokokkeninfecties hebben doorgemaakt.
Hoopgevende experimenten.

Fascinerend is dat een subgroep kinderen met tics en/of dwangklachten in recente Amerikaanse experimenten duidelijk baat blijkt te hebben bij een behandeling met via een infuus toegediend immunoglobuline (dat de schadelijke werking van de antilichamen blokkeert) of met plasmaferese (waarbij via een infuus de schadelijke antilichamen uit het bloed worden ‘gewassen’). Daarnaast verscheen onlangs een Amerikaans artikel waarin een studie met ratten beschreven staat. Via een micro-infusie techniek kreeg een groep ratten serum (vloeistof uit bloed) van kinderen met GTS in hun hersenen gedruppeld, terwijl een controlegroep ratten serum van gezonde kinderen kreeg. Wat bleek? De ratten met het GTS-serum gingen ticachtige bewegingen en geluiden maken. Er zijn sterke aanwijzingen dat antineuronale auto-antilichamen hierbij een belangrijke rol spelen. Juist tegen deze antineuronale antilichamen rich zich de succesvol gebleken behandeling met immunoglobulinen.

Vragen

In Groningen probeert de onderzoeksgroep uit te vinden bij welk deel van de GTS-patiënten autoimmuniteit een rol speelt: geldt dat slechts voor een subgroep of voor alle patiënten? En welke tijdsrelatie is er tussen de (streptokokken-) infecties en (verergering van) tics of compulsies? Inmiddels is een langlopend onderzoek gestart naar het beloop van de tics en de samenhang tussen de ernst van de tics en de aanwezigheid van antilichamen in het bloed. Hiertoe wordt een groep GTS-patiënten zes maanden lang gevolgd, waarbij op gestandaardiseerde wijze wordt bijgehouden in welke mate tics of dwang aanwezig zijn en welke stressvolle gebeurtenissen zich eventueel voordoen. Er worden keelkweken gemaakt en bloed afgenomen op zoek naar concentraties van antistreptokokken, antineuronale antilichamen en andere ontstekingsparameters. Bij enkele patïenten worden MRI-scans van de basale ganglia gemaakt. Tot slot wordt na afloop van de zes maanden een dubbelblind, placebo-gecontroleerd onderzoek verricht naar de effectiviteit van intraveneus toegediende immunoglobuline bij enkele patiënten die duidelijk hinder van tics of dwang ondervinden.

monique3
22 mei 2002, 14:38
Trich and meds - Dr. Carol Novak




Here are the notes from a session at this year's TLC retreat on
meds and their use in treating TTM. These notes from the session were
originally written by Doctor Novak who is experienced with treating
TTM'ers, (with possible typing errors by writer)

Please note she doesn't suggest staying on a med forever if it isn't
helping with the pulling. Also note, she does suggest having a very
clear idea of what the purpose is of the med. So at the very least,
anyone can print this out and share it with their doctor - and ASK
QUESTIONS!

___________________________

MEDICATIONS IN TRICHOTILLOMANIA
Carol E. Novak, M.D.
Regions Behavioral Health
2345 Ariel St. N.
Maplewood, MN 55109

Medications have a role
in the treatment of trichotillomania, although for most people
medications alone are not enough in the long run. No medication has
been adequately studied for the long-term treatment of
trichotillomania and information is being gained through clinical
experience and further research. Medication has been
"over-sold" as a treatment for trichotillomania. There is no one
classification of medication that is distinctly successful in treating
trichotillomania to a significant degree, to a significant percentage
of people -- or with long-term success, anyhow. á A multitude of
medications have helped a small percentage of hair-pullers, but none
of them are predictably more effective than the others in most
individual cases. This sets trichotillomania apart from other
neuro-biological disorders psychiatrists commonly treat such as
depression and obsessive-compulsive disorder. Medications are not a
specific Rx for trichotillomania. While it is possible there is a
specific abnormality in the biochemical state of the nervous system of
hair pullers, it's unlikely -- and in any case we haven't found it
yet.

When medications are helpful in reducing pulling, patients
usually describe either a reduced urge to pull, more awareness of
their pulling, or a new ability to resist the urges. These effects can
make behavior therapy more approachable and easier. Occasionally
someone will report that on medication he or she enjoys a complete
cessation of the desire and habit of hair pulling altogether.
Erroneous preconceptions about trichotillomania may
lead to poor medication management. á The most common is that
trichotillomania is biologically related to obsessive-compulsive
disorder (OCD). There is little evidence for this, and more for it's
not being closely related. Because of the superficial similarities
between trichotillomania and OCD, the specific anti-obsessional
medications, serotonin re-uptake inhibitors (SSRIs), have been most
frequently tried in the treatment of trichotillomania. As of today
only a few well-designed research studies have been performed using
SSRIs for trichotillomania and they have been contradictory as to
whether there is any measurable effect. What we see clinically is that
some patients' hair pulling gets better, some get worse, and some are
unaffected by the medication. There may be a remarkable, immediate
response that may fade over weeks or months. This may even be a
"placebo" response that would be the same as to a sugar pill. As a
whole, these medications are safe, and are worth trying as some
patients receive long-term benefit.

No other type of
medication has been carefully studied for treatment of
Trichotillomania in a scientific manner. There are always case reports
and letters to the editor about the success of one medication or
another in one or two patients, but since no one reports failure to
respond to a medication in that manner, these reports cannot give a
balanced view.

There are a number of mistakes commonly made by psychiatrists in treating trichotillomania.
For example:

* No attempt is made to treat the condition with behavioral therapy
first, even when the hair puller is otherwise psychiatrically healthy.
Unless the patient is unwilling or unable to undergo behavioral
therapy, this should be done before considering medications.

* Too high an expectation is placed on medications, particularly SSRIs,
in the treatment of trichotillomania. This creates multiple problems,
for example: - -Doses are pushed higher and augmentation strategies
are stressed, creating needless side effects - -Four or five similar
medications in the same category are tried before deciding to try
something else which wastes time, energy, and hope. - -Since hair
pullers have usually experienced hopelessness about ever recovering,
they tend to feel more profoundly discouraged than ever if a
confidently-promoted treatment fails. - -The psychiatrist gets
frustrated and conveys to their patient that their trichotillomania is
too difficult to treat, creating more hopelessness and shame.

* No criteria is set for whether the medication is helpful, so the
right questions are not asked, such as: Is it helping a co-existing
anxiety or depressive disorder? Is it helping to reduce frenzied
urges, or allowing more awareness of behavior? Any of these effects
alone may be enough to make the medication worthwhile taking if
behavioral therapy can then be used with greater success. It is
important for both doctor and patient not to focus just on the amount
of hair that's being pulled.

* Medications are not tried long enough or at the proper dose. Some of
the medications require a trial of at least eight to twelve weeks at
the therapeutic dose or maximum dose tolerated to know if it is going
to work for an individual patient. If it is not helping, it should be
discontinued. If it is only partially helpful, another medication may
be added to it. This should be done with careful supervision by a
psychiatrist as there are potential medication interactions.


The "try-it-and-see-if-it-works" approach is generally what must take
place. Which medication to try first depends on potential risks or
side effects, history of effectiveness for trichotillomania, and other
symptoms or disorders a hair puller may be experiencing. As there is
no specific medication treatment for trichotillomania, a rational
approach is to treat any co-existing conditions and see if hair
pulling improves.

Examples of medications used for other conditions that have also helped reduce hair pulling in
some pullers are as follows:

* Obsessive-compulsive disorder - serotonin re-uptake inhibitors such as fluoxetine (Prozac),
clomipramine (Anafranil), paroxetine (Paxil), citalopram,(Celexa),
fluvoxamine (Luvox), or sertraline (Zoloft). Some cases respond to
monoamine-oxidase inhibitors (Nardil or Parnate).

* Depression - serotonin re-uptake inhibitors (see examples above), venlafaxine (Effexor),
buproprion (Wellbutrin), nefazodone (Serzone) or tricyclic
antidepressants (e.g. Elavil, Norpramin), and monoamine-oxidase
inhibitors (e.g. Nardil, Parnate).

* Generalized anxiety disorder - benzodiazepines (e.g., Valium, Klonopin, Xanax),
hydroxyzine (Vistaril), or buspirone (Buspar).

* Attention deficit-hyperactivity disorder - amphetamines (e.g. Ritalin, Cylert,
Adderall) or clonidine.

* Tourette syndrome - neuroleptics
(e.g. Risperdal, Zyprexa, Geodon).

* Bipolar disorder, - lithium (Lithobid, Eskalith), valproate (Depakote), or other
anti-seizure medications (Lamictal, Neurontin, Topamax). Blood tests
must be performed at intervals when using lithium and valproate. Blood
levels on the high end of the therapeutic range are generally
required, in my experience.

* Alcoholism - naltrexone (ReVia) is sometimes effective - seems to take the enjoyment out of
pulling.


Miscellaneous aspects of medication use in treating trichotillomania:

Certain medications
may make hair pulling worse in certain individuals, just like
caffeine. Anything likely to increase physical tension may exacerbate
the symptoms. This includes SSRIs, amphetamines, and thyroid
medications -- especially when started too rapidly. Failure to warn
patients of this possibility may impair the doctor-patient
relationship!

* Topical medications to treat skin itching, tingling roughness, flaking or scabbing may be
helpful as all these conditions may trigger pulling. Over-the-counter
preparations such as peppermint or tar shampoo or others (e.g. Nioxin,
Scalpasin, Sea Breeze facial astringent) useful in some cases by
reducing itching or providing a tingling sensation. Eye ointments can
be soothing. Doxepin cream (Zonalon) has been helpful for itchy
eyelids. Betamethasone valerate (Luxiq), fluincinolone 0.2% solution

* Some medications may be helpful in a temporary or situational manner. For example,
medications such as trazodone (Desyrel) may be used to help promote
rapid onset of sleep in the hair puller who pulls as they are trying
to fall asleep. Cyclical use of SSRIs premenstrually may alleviate
worsening of pulling associated with PMS. Tranquilizers such as
diazepam (Valium) or alprazolam (Xanax) can be used for intermittent


Hallo allemaal, ik vind het heel erg leuk om te melden dat deze Dr. Carol Novak mij een emailtje heeft gestuurd via mijn eigen website.
Ze zijn namelijk bezig om een internationaal netwerk op te zetten om mensen met ttm te behandelen.
Goed he!!
Ik heb gezegd haar te willen helpen, en dat kan ik doen door haar namen te verschaffen van mensen die dus gespecialiseerd zijn of heel veel weten van ttm.
Dus nu ben ik bezig daarmee.
Delen is Helen!!!
groeten van Monique3.

Madelief
22 mei 2002, 22:51
Je bent me er eentje hoor.......! Wat goed van je waar je allemaal mee bezig bent. Ik vind het moedig van je dat je er zo mee bezig bent. Het geeft wel aan dat je een persoonlijkheid bent, klasse meisie. ............en vooral ga zo door,... een aanmoediging van mij. Ik zou willen dat ik zelf meer bij zou kunnen dragen, maar zie daar alleen zo geen mogelijkheden toe. Kan ik iets betekenen rondom het TTM gebeuren, daar ben ik altijd voor in. We zijn straks haast een jaar verder, wonderlijk he, wel haast een feestje waard!
Groetjes van Madelief.

monique3
15 juni 2002, 14:07
hallo allemaal,

Ik heb pas geleden naar een paar dokters brieven gestuurd en van een van hen heb ik vandaag antwoord gekregen.
In die brief heb ik namens mijn lotgenoten en mezelf gesproken, dus dit is ook voor jullie.

Deze dokter die me terug schreef is Dr. D.C. Cath.
Ze schrijft dat er op dit moment 2 plaatsen in Nederland zijn waar TTM behandeld word met gedragstherapie.
Dat gebeurt in:
Nijmegen ,ambulantorium psychologie, tel.nr.024-3612673,
Agnes van Minne en Ger Keysers.

GGZ Buitenamstel, Angstpolikliniek, Lassustraat) is ook beperkte behandelcapaciteit. Telefonisch spreekuur: dagelijks tussen 13.30-14.30 uur, tel.nr. 020-5736600.

Ook schrijft ze dat het beste resultaat totnogtoe word geboekt met gedragstherapie, beter dan met medicatie. En ze zijn niet van plan om op korte termijn onderzoek te starten naar TTM.

monique3
1 juli 2002, 14:25
Hallo allemaal,

Ik heb ondertussen dus van Dr. Cath en van Dr. C. Hoogduin dus antwoord gehad.
Dat van Dr. Cath heb ik al gemeld, en Dr. Hoogduin die had ik gevraagd naar de uitslagen van dat onderzoek toendertijd in Nijmegen.
Hij zegt dit:
Er zijn gegevens. We overleggen hoe we deze publiek zullen maken. Vriendelijke groeten.

Dus ik ben benieuwd wanneer we wat te horen /lezen krijgen.
Ik weet niet of jullie dit ook belangrijk vinden, ik in ieder geval wel, ook al denk ik nu vrij te zijn van TTM.

En verder heb ik Dr.Carol Novak wat namen gegeven, en ze mailde me terug dat ze nu de komende maanden bezig gaan om dus contacten te leggen. Dat zal wel even wat tijd vragen, maar we wachten af, en vooral wat het teweeg kan brengen.

Groenten en fruit, Monique3.

sannetje
1 juli 2002, 15:58
hallo ik probeer een interessant schema te copieeren hierheen maar dat lukt helaas niet, dit kan ik wel copieeren, het is wel in het engels en waarschijnlijk is het niet nieuw wat hierbij staat,

Groetjes Sannetje
p.s. Het is amerikaans boek die je kunt kopen via www.amazon.com

Strategies to Stay Pull Free


The following information is taken from the book The Hair Pulling Habit and You: How To Solve The Trichotillomania Puzzle Available through Amazon.
Why Do People Pull Their Hair
1) Some people have a strong need to fiddle and/or nibble. Pulling hair and fiddling with it keeps their hands busy; nibbling, biting, or eating hair keeps their mouth busy.


2) Some people pull their hair because they like the sensation they get from stimulating the scalp and/or skin. Others pull when they feel physically uncomfortable. Pulling hair seems to help them feel better.

3) Many people find that they pull their hair without even thinking about it. Like many other habits, hair pulling becomes automatic.

4) Some people find they pull in certain rooms or places. There seems to be something about those settings, or environments, that "trigger" pulling.
5) For some people, certain emotions create tension. Hair pulling seems to relieve tension for the moment.

6) Many people are "perfectionists". they become frustrated with hair that is not perfect. In addition, their imperfect efforts at controlling hair pulling can also lead to frustration. For these people , frustration or disappointment caused by perfectionism increase hair pulling.

karin_68
4 juli 2002, 15:46
Pas op mannekes met die medicatie ... ze hebben goede invloeden in sommige gevallen, ... MAAR ook bijwerkingen ... enne, een tijdje geleden is Effexor in belgië quasi van de markt gehaald omdat het een heel gamma aan bijwerkingen heeft die echt niet te onderschatten zijn ...

monique3
5 augustus 2002, 16:53
Ik heb een eigen website over ttm, en zoals jullie misschien gezien hebben staat daar een link op naar Dr. Fred penzel's ttm-infosite. Ik heb van die site wat tekst laten vertalen.
De rest komt ook nog, word aan gewerkt.
Maar wat er alvast vertaald is volgt hieronder:

WIENS HAAR IS HET NOU EIGENLIJK?
Geval 1: “Mevr. R...,” begon ik, “Uw dochter Marcie (negen jaar oud) gaat niet zo goed vooruit als we gehoopt hadden. Ze doet haar huiswerk niet, en het lijkt wel of ze er met haar gedachten niet helemaal bij is. Ze doet wel alsof, maar komt waarschijnlijk alleen maar hier omdat ze niet wil dat U boos op haar word. Het lijkt op het moment wel alsof het voor haar helemaal niet belangrijk is. Ik denk dat we een korte onderbreking moeten inlassen, dat lijkt me het beste”.
De moeder van Marcie was het hier mee eens. “Als ik het haar vraag, zegt ze dat ze momenteel niet trekt, maar ik heb het haar zelf een paar keer zien doen. En als ik daar iets van zeg, ontkent ze het glashard, maar ik zie dat er helemaal niks terug groeit”.

Geval 2: “Mijn veertienjarige dochter trekt aan haar haar,” zei de vrouw die ik aan de telefoon had. “Ik wil haar wel brengen voor onderzoek en behandeling, maar het schijnt haar helemaal niets te doen. Bovenop haar hoofd is haar weg, en haar wimpers zijn ook weg, maar als ik voorstel om er met iemand over te praten, om er iets aan te doen, zegt ze dat het niet belangrijk is en dat het haar niets uitmaakt. Ze zegt dat het een gewoonte is, geen verslaving, en dat ze het in de hand kan houden. Als ik er op door ga, dan wordt ze boos en loopt de kamer uit.
Is er niets wat we kunnen doen om haar te helpen? Hoe kan het haar niets uitmaken hoe ze eruit ziet?”

De twee hierboven aangeduide gevallen zijn typisch voor kinderen die nog niet bereid zijn om te werken aan de genezing van de aandoening waar ze aan lijden, nl.: Trichotillomania (gedwongen haar trekken word het ook wel genoemd). Over de jaren ben ik al heel wat van deze gevallen tegengekomen.
In het eerste geval is het kind eigenlijk nog te jong, en het tweede laat een puber zien die nog niet geaccepteerd heeft dat ze een probleem heeft.
Op de Uni vertelde een van mijn leraren me ooit:”Een kind moet er klaar voor zijn om door een psycholoog geholpen te worden.” Deze twee kinderen zijn er geen van beide klaar voor.
Er is een aantal jongere kinderen die haren, wenkbrauwen en oogharen uitrekken, en die er totaal onverschillig onder lijken te zijn. Als ze erover gevraagd worden, geven ze toe dat ze de haren uitgetrokken hebben, en ze zeggen zelf dat het eigenlijk geen gezicht is. Maar het lijkt alsof het ze verder niets doet. Ouders zijn vaak totaal verbaasd, en vragen zich af: “Waarom is ons kind hier zo onverschillig over? Heeft hij/zij dan niet in de gaten hoe het overkomt?” Ouders maken zich ook ongerust of hun kind geplaagd zal worden, of zelfs dat ze genegeerd zullen worden omdat ze anders zijn dan anderen, misschien wel als ‘freak’ gezien zullen worden.

De antwoorden op deze vragen zijn helemaal niet vreemd. Opgroeiende kinderen schijnen vaker niks te geven om hun veranderde uiterlijk, zelfs als wenkbrauwen (gedeeltelijk) weg zijn, wimpers verdwenen, of als ze kale plekken hebben op hun hoofd.
Als dit gebeurt is het waarschijnlijk vanwege een gebrek aan sociale ontwikkeling en sociaal bewustzijn. Ze zijn zich nog niet echt bewust van hun uiterlijk of het begrip “sociale aanpassing”.
Zolang hun gedrag nog niet in de weg zit bij hun school-en vrije tijd activiteiten is het niet belangrijk voor ze. Hun vriendjes hebben het misschien niet eens in de gaten, of misschien zien ze het wel, maar het interesseert hen niet echt (of: het is niet belangrijk voor hen).
Als jongere kinderen wel bewust en in de war zijn door hun gebrek aan haar, dan is het waarschijnlijk omdat ze sociaal vroegrijp zijn, of omdat ze het gedrag van hun verontruste ouders weerspiegelen. Dat wil zeggen, ze zijn in de war omdat hun ouders in de war en ongerust zijn. Niet omdat ze zich zelf zorgen maken.

Wanneer sommige jongere kinderen gebracht worden voor behandeling, zoals in het eerste geval, zijn ze over het algemeen ongemotiveerd en ongeinteresseerd. Hun reactie is dat ze deze tijd beter kunnen besteden aan huiswerk maken, tv-kijken of spelen.
Ongeduldig of boos op ze worden heeft geen enkele zin. Proberen op deze manier het gedrag van een kind te veranderen veroorzaakt nog meer stress. Een van de redenen waarom een kind haren trekt is, natuurlijk, om al aanwezige stress te verlichten!
Een kind zou ook nog dusdanig kunnen reageren onder de druk, dat het stiekemer word in het trekken, dat het ontkend dat het trekt, of dat ze meer gaan trekken doordat ze gefrustreerd en/of boos zijn door het (bezorgde) gedrag van de ouders.
Ouders worden toch ook niet boos (tenminste, dat hopen we!) als een klein kind nog niet klaar is om met potjes-training te beginnen?
Kinderen doen dingen als ze er klaar voor zijn, niet als de ouders er klaar voor zijn. Zelfs als ze op een gegeven moment klaar zijn, wil dat niet zeggen dat ze doen wat wij willen. Ouders zullen dat misschien niet leuk vinden, maar ze zullen het toch moeten accepteren als iets waar ze geen controle over kunnen uitoefenen.

Als ouders echt alleen maar willen helpen, en willen proberen schijnbaar tegenstrijdige situaties te omzeilen, dan moeten ze in eerste instantie werken aan het onder controle houden van hun eigen ontsteltenis.
De boodschap die kinderen krijgen lijkt soms niet “Wij vinden het niet leuk wat je doet” maar in hun ogen meer op “Wij vinden jou niet meer leuk omdat je er anders uit ziet”.
Meer dan wat dan ook, willen kinderen dat hun ouders onvoorwaardelijk van hen houden. Als ze voelen (of denken) dat dit niet het geval is, kunnen ze hierop reageren met boosheid, en proberen het gedrag van de ouders te veranderen. Het zou kunnen gebeuren dat ze meer gaan haar-trekken, al is het alleen maar om de ouders een teken te geven.
Kinderen doen nou eenmaal dingen die de ouders niet onder controle hebben, en met sommige dingen hebben kinderen gewoon meer macht.
Natuurlijk heeft niemand graag een kind dat anders is dan andere kinderen, een kind dat rare dingen doet, of er vreemd uitziet.
U hoeft het ook niet fijn of leuk te vinden. Iets accepteren wil nog niet zeggen iets leuk vinden. Het betekent alleen dat je begrijpt dat er iets aan de hand is en dat je begrijpt dat er iets aan gedaan moet worden. Acceptatie is ook niet iets dat zomaar in je schoot valt. Je zal er dag in- dag uit aan moeten werken. Het accepteren zal waarschijnlijk wel helpen om de situatie in het juiste licht te zien.
Dit is het kind van wie je houdt, met of zonder haar. Hij of zij is nog hetzelfde kind als voorheen, voordat het met haar-trekken begon, en het heeft zeker ook gevoelens. Er zijn een hele hoop dingen die een kind kan overkomen, veel daarvan onbehandelbaar. Dat ze dit bepaald probleem hebben maakt ze niet tot een slechter mens, en ze kunnen beter worden, al kan dat wel een tijdje duren.

In het geval van onze teenager ( of puber) is het helemaal niet ongewoon ( of vreemd) voor iemand van deze leeftijd om niet toe te geven dat ze een probleem hebben, ook al zijn ze zich er terdege van bewust. In tegenstelling tot opgroeiende kinderen zijn een hele hoop teenagers uiterst zelfbewust, en overgevoelig in verband met hun uiterlijk, omdat ze nog bezig zijn met uitzoeken wie ze nou eigenlijk zijn. Alles wat met hen in verband staat wordt onder de loep genomen. Een teenagers boze of humeurige ontkenning dat er een probleem bestaat, zoals in het tweede geval, is natuurlijk niet de beste manier om er mee om te gaan. Maar we moeten niet vergeten dat, hoewel ze er misschien volwassen uit zien, teenagers niet volwassen zijn, en dat hun manier om met het probleem om te gaan misschien de enige manier is om zich nog een beetje goed te voelen over zichzelf. En hoe meer ouders zich opwinden, des te bozer de teenager zou kunnen reageren. Misschien uit zich dat met alles nog harder te ontkennen, of misschien met nog meer haar-trekken.

Dus wat kunnen ouders en therapeuten doen als een kind of teenager ongeinteresseerd of ongemotiveerd lijkt?
Zelf therapeut, begin ik niet direct met een bepaalde behandeling. Ik wil eerst graag een idee krijgen van de symptomen, de situatie, de persoon, en van wat voor soort “bagage” die persoon met zich meesleurt naar therapie. In de eerste sessie zoek ik zeker altijd uit wiens idee het was om om hulp te vragen. Ik zal zeker het kind of de teenager vragen: “Wiens idee was het om vandaag hier te komen?” De volgende vraag wordt dan beslist: “Wil je hier echt zijn?” Voor het geval ik dan iemand tegenkom die niet al te enthousiast is over behandeling, of die hier liever niet zou zijn, heb ik een bepaald (over de jaren heen uitgedokterd) beleid ontwikkeld. Het is zowel van toepassing op de onwillige patient gedurende de eerste sessie, als op de tiende sessie. De hoeksteen van mijn beleid in dezes is: “Niemand wil liever beter worden, dan diegene die ziek is!”. Ik heb liever dat iemand hier weggaat met een goed gevoel over naar een therapeut te zijn gegaan, dan dat iemand alleen maar onprettige gevoelens heeft gekregen over het hele gebeuren. Als we tenminste dat bereikt hebben, dan is er een heel belangrijke stap gezet.


er volgt nog meer, zie volgende posting, groetjes Monique3.

monique3
5 augustus 2002, 16:54
Dit is wat ik zeg tegen ongeinteresseerde en onwillige kinderen en pubers:
Het is o.k als je dit niet meteen nu wil doen. Ik wil niet dat jij je zo ongemakkelijk voelt dat je excuses maakt of liegt alleen om niet hier te hoeven komen. Alleen als jij het zelf wil, zou ik graag dat je hier met me komt werken. Ik zal niet kwaad op je worden, en ik stel het zeer op prijs als je volkomen eerlijk tegen me bent. Misschien, in de toekomst, wil je wel iets aan je probleem doen, en als die tijd gekomen is, wil ik je heel graag daarmee helpen. Voor vandaag is het genoeg. Ga maar lekker naar huis, om er over na te denken wat je wil. Hier is mijn kaartje. Je kan het zelf houden, je kan het ook aan je vader of moeder geven. Alles wat ik vraag, is dat jij of je ouders mij even bellen als je terug wil komen. En al duurt het bij wijze van spreken een jaar, dan help ik je nog met plezier”. Ik vertel ze ook nog: “Maak je maar geen zorgen over wat je vader of moeder zullen zeggen. (Ik leg alles wel haarfijn ((grapje... Elly)) uit aan je ouders) Ik geef je ouders alle nodige details. Ik zal ze vertellen de beslissing aan jou over te laten, en erop te vertrouwen dat jij het beste weet wanneer het tijd is. Ik zal ze ook vertellen niets over je haar te vragen, totdat jij er zelf over begint”.

Op deze manier gaan we vriendschappelijk uit elkaar. Er is geen zinloos conflict ontstaan dat sowieso nooit door mij of de ouders gewonnen kan worden. We hebben de deur op een kier gelaten, de verantwoordelijkheid en het gevoel van controle in handen gegeven van degene met het probleem. Ik ken een aantal kinderen, die, eenmaal geconfronteerd met het feit dat ze het zelf moeten doen, later teruggekomen zijn om (met succes!) te werken aan hun haar-trekken.

Ik ben een groot voorstander van het aanmoedigen in patienten om persoonlijk verantwoording te nemen, of het nou kinderen zijn dan wel volwassenen. De bekende psycholoog Rollo May heeft eens gezegd: ”Mensen veranderen alleen als het te gevaarlijk voor ze wordt om te blijven wie ze zijn”.Alleen de patient kan zeggen wanneer ze op dit punt zijn gearriveerd. Eenmaal daar, moeten we erop vertrouwen dat ze dan ook zullen doen wat gedaan moet worden. Zelfs als we er bovenop blijven zitten, bij een kind of een puber, en ze dwingen om de handelingen en behandelingen te ondergaan, hebben ze op het einde niet echt iets geleerd. Zo gauw ze niet meer onder het toeziend oog van de ouders verkeren, laten ze het los. Mijn advies aan ouders is: Soms is niets doen al heel wat. Vooral niet zeuren, onder druk zetten, kritiek leveren, irriteren, schreeuwen, of straf geven als je kind niet mee wil werken aan een behandeling. Dreigen en straffen zal alleen nog meer afkeer en weerstand opwekken, waarschijnlijk leiden naar nog meer haar-trekken, en op het laatst word het gewoon onmogelijk om er op wat voor manier dan ook over te praten”.
Als het kind dan eindelijk naar je toekomt en zegt: “Mama, Papa, willen jullie mij helpen”, dan ben je waar je naar toe gewerkt hebt. Ze zijn klaar. Nou kan er iets positiefs gebeuren.

dit was deel 2, groetjes van Monique3.

monique3
5 augustus 2002, 16:56
PANDAS:
DE OCS (obsessieve compulsieve stoornis)/STREP CONNECTIE
(Pandas staat voor ((Pediatric Autoimmune Neuropsychiatric Disorders Associated with Streptococcal Infections, VS)), oftewel Auto-immuun neurologische kinderenkwaal die wellicht verband houd met een vroegere streptokokken ontsteking).
Gedurende de laatste tien jaar is er een berg informatie naar voren (buiten) gekomen die suggereert dat er een kleine sub-groep bestaat waarbij verband gelegd kan worden tussen een door streptokokken veroorzaakte keel-ontsteking en een in hun jeugd begonnen aandoening, OCS. Deze verbinding tussen een besmettelijke oorzaak en een neurobiologische kwaal zou misschien ook gelegd kunnen worden bij zenuw-aandoeningen zoals Tourette’s Syndroom, Trichotillomania (gedwongen haar-trekken), en misschien zelfs bij ADDH (aandachtstekorts-stoornis).

Deze conclusies werden getrokken na onderzoek door Drs. Susan Swedo, Judith Rappaport, en hun collega’s van het Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid (VS). Gedurende het einde van de jaren tachtig merkten zij dat kinderen met Sydenham’s Chorea (neuro-biologische manifestatie die volgt op aanvallen van reumatische koorts), een ongewoon hoog percentage OCS-symptomen vertoonden, obsessies en dwangmatige handelingen inbegrepen. Reumatische koorts word veroorzaakt door Groep A Beta hemolytische streptokokken bacterie, beter bekend als strep-strot (?Dit weet ik echt niet. E) .
In een kwetsbare sub-groep kinderen, raakt de normale immuun-reactie naar de bacterie van streek, daardoor ontvangen de natuurlijke anti-stoffen de verkeerde signalen, en mis-identificeren de Basaal Ganglia (een diep gelegen gedeelte van de hersenen) als een “vreemd lichaam”, (de anti-stoffen voelen zich aangevallen, en vallen dus zelf ook aan). De Basaal Ganglia raakt ontstoken doordat het niet herkent word als lichaamseigen. Deze kettingreactie staat bekend als autoimmuun-reactie, wanneer het immuunsysteem lichaamseigen cellen aanziet voor een “vreemd lichaam” en ze aanvalt.

Toen ze merkten dat 70% van Sydenham’s Chorea patienten OCS symptomen vertoonden, hebben Drs. Swedo en Rappaport een onderzoek ingesteld onder kinderen met acuut OCS, om te zien of er een (meer dan?) toevallige relatie bestond tussen een strep-infectie en OCS symptomen. Om deze groep kinderen te identificeren werd voorgesteld het acroniem PANDAS te gebruiken (zie boven).
De voorgestelde maatstaf die is ontwikkeld om een diagnose van Pandas te stellen houd het volgende in:
*De aanwezigheid van OCS en/of een andere zenuwkwaal met ongecontroleerde bewegingen
*Begin van aanvallen in de kinderjaren (tussen drie jaar en puberteit)
*Episodes (plotselinge uitbarsting van symptomen gevolgd door een geleidelijke afname, dan totale afwezigheid van symptomen, tot de volgende plotselinge uitbarsting)
*De aanwezigheid van een groep A Beta hemolytische streptokokken ontsteking (vastgesteld door een positief keel-uitstrijkje en/of een verhoogd aantal anti-streptokokken anti-lichaampjes)
*De aanwezigheid van abnormale neurologische sporen.
Het Nationaal Instituut voor Geestelijke Gezondheid (VS) heeft onlangs de gegevens gepubliceerd van een groep van 50 kinderen die over een periode van twee jaar gevolgd zijn.

De resultaten schijnen erop te wijzen dat deze kinderen typische OCS symptomen hebben, maar a-typische aanverwante kenmerken (of eigenschappen), waaronder zouden vallen:

*De uitbarsting van symptomen is zo plotseling & dramatisch dat ouders zich regelmatig kunnen herinneren op welke datum het begon. Een normale aanval van OCS is meer geleidelijk.
*Deze groep kinderen, vergeleken met kinderen met een meer normaal verloop van de kwaal, vertoont symptomen op een jongere leeftijd.
*Bij Pandas-kinderen zijn er waarneembare periodes zonder symptomen tussen periodes met zware aanvallen. De non-Pandas OCS symptomen varieren tussen ernstige en minder ernstige periodes.
*De mede-aanwezigheid van neurologische signalen zoals tics, hyper-activiteit, of choreatische bewegingen (onregelmatige spasmische onopzettelijke bewegingen van de been, arm of gelaat-spieren), onderscheiden deze sub-groep kinderen met OCS nog meer.
*Andere symptomen, ie. emotionele labiliteit (overdreven reacties op kleine gebeurtenissen), verlatingsangst, bang zijn om te gaan slapen (of nachtmerries), en vijandig gedrag, kunnen daarbij inbegrepen zijn.
*Symptomen worden erger (of heviger) na een strepontsteking.

(De volgende zin klopt ((echt!)) niet in het origineel, misschien ie er ergens iets weggevallen? maar ik heb er dit van gemaakt. E)
De herkenning (of identificatie) van deze OCS sub-groep heeft ertoe geleid dat er meer inzicht verkregen is aangaande deze aandoening. Door uitgebreide studie van een bepaalde plaats in de hersenen wordt geprobeerd bewijs te vinden van de oorzaak van de aandoening. Er word ook gekeken naar genetische kwetsbaarheid in diegenen die deze symptomen ontwikkelen. Er zit een biologisch “merkteken” in bepaalde bloedcellen dat vaker aanwezig lijkt te zijn in Pandas kinderen. Maar de test daarvoor is alleen beschikbaar in onderzoek laboratoria en word nog niet gebruikt als diagnostisch instrument.

Inbegrepen in de behandeling voor dit type OCS zijn onder meer plasma omwisseling (een plasma-filtering voor het elimineren van antigen/antibody samenstellingen), intraveneus immunoglobulinen (IVIG), steroiden of ontstekingsremmers. Er word nog onderzocht of het, theoretisch gezien, mogelijk is om verdere (door strep veroorzaakte) OCS aanvallen te verhinderen, of zelfs uitsluiten, door het voortdurend gebruik van ontstekingsremmers. De resultaten van deze studie zou geneeskundigen kunnen (helpen) sturen in de behandeling van deze OCS sub-groep. Er zijn momenteel echter geen aanbevelingen om ontstekingsremmers routineus toe te passen in de behandeling.

Totdat we meer weten over de uitkomsten van deze experimentele behandelingen is het verstandig de volgende richtlijnen aan te houden bij kinderen die kwetsbaar zijn voor Pandas:
*Alle strep ontstekingen agressief behandelen met ontstekingsremmers.
*Het zich ervan verzekeren dat een kuur met ontsteking-remmende middelen ook helemaal afgemaakt word om te verhinderen dat zich een resistente bacterie ontwikkeld.
*Maak gebruik van zich al bewezen therapie zoals bewustzijn/gedrag therapie en serotonin medicatie (SSRI’s) die gebruikt worden in de meer bekende vormen van OCS.
*De “snelle” methode om een keel-uitstrijkje te maken is niet precies genoeg om de aanwezigheid van streptokokken ontsteking aan te tonen. De oude beproefde methode om een keel-uitstrijkje 48 uur kweek-tijd in een (agar-agar) voedingsbodem te geven is veel nauwkeuriger.
*Naast keel-culturen zijn er ook bloedonderzoeken die de kinderarts aan kan vragen om de strep-verbinding en/of de verergering van symptomen te herkennen. Daarbij inbegrepen zijn anti-streptolysinetiter-O en anti-streptokokken DNase B titer.

De actuele interesse over de rol van het immuunsysteem in neurologische stoornissen zal er zeker toe bijdragen dat we meer inzicht krijgen in hoe hersenen functioneren, en mogelijk genezingsmethodes vinden voor de kinderen en volwassenen die aan een dergelijke stoornis lijden.

veel leesplezier, groeten van monique3.

lotte
6 augustus 2002, 00:26
bedankt monique voor je actieve inzet , ik waardeer het enorm dat je zo actief bezig bent om allerlei informatie te verzamelen.!!
Hardstikke goed van jou!!!!!
Nog even een persoonlijk vraagje aan jou:Jij draagt toch het streptokokkenvirus? Bij mij is dit namelijk tijdens mijn eerste bevalling aan het licht gekomen toen ik in het ziekenhuis beviel van mijn eerste kindje,Hij had deze bacterie bij zich maar ze hadden meteen na de geboorte antiebiotica toegediend dus dat was verder geen probleem. Nu zou ik als ik nog een keer zwanger ben me moeten laten testen(ik geloof in de 33ste week)om te kijken of het virus rustig is.Zoniet, dan zou ik weer in het ziekenhuis moeten bevallen en zou ik tijdens de bevalling al gelijk antiebiotica toegediend krijgen voor de kleine.
Nou is mijn kinderwens al compleet hoor, maar ik vraag me af of jou dit ook is gezegd of dat ik nu een heel ander onderwerp aan het aansnijden ben.?
Overigens is me ook verteld dat er heel veel vrouwen zijn die dit met zich mee dragen.
groetjes lotte.

Madelief
6 augustus 2002, 22:17
Ik ben ook drager van de streptococ. Ook bij mij is dit aan het licht gekomen tijdens de zwangerschap. Ik had langdurig gebroken vliezen en daarom werd er een kweek afgenomen. Deze bleek niet goed en toen werd ik ook meteen ingeleid. Onze dochter moest ook ter observatie in de couveuse en bleek ziek te zijn. Heeft toen ook antibiotica gekregen en mocht gelukkig na 10 dagen, gezond verklaard mee naar huis. Mij is toen inderdaad ook gezegd, mocht ik weer zwanger worden dan zou het gecontroleerd worden. Hoe/wat en wanneer weet ik verder niet, want het is niet aan de orde geweest.
Desondanks vraag ik me ook wel af of er eventueel een overeenkomst tussen TTM en de streptococ is?????? Gezien de publicatie van Monique is dit niet ondenkbaar.
O, ja en het klopt dat heel veel mensen drager van de streptococ zijn, maar normaal heb je er geen last van.
groetjes Madelief.

Madelief
6 augustus 2002, 22:21
Ja SUPER je speurwerk.................en bedankt.................en als je hulp nodig hebt, je weet het he!
groetjes Madelief.

monique3
7 augustus 2002, 00:25
When the pulling stops - hair loss and regrowth
Compiled by Geoff Dean.


Natural hair loss and regrowth.
The process of hair growth and regrowth is a little clearer following a report on investigations into factors influencing baldness. (1)

Healthy hair follicles spend about 18 months growing at about 0.4 mm per day, after which the hair producing cells die off and the follicle is dormant for around 6 months. After this period the hair is shed, a new hair sprouts, and a fresh growth phase begins.

Age trends are important, and, when people go bald naturally, the fresh hairs become progressively finer and less coloured at which point the scalp looks bare. One theory is that each follicle has a limited number of cycles, after which it can only produce miniature hairs. When people go bald the follicles go though the same number of cycles, but do so much faster.

The growth rate can vary from 0.3-0.5 mm per day, between people; and, although the normal cycle is around two years, some people have a cycle of 10 years. A combination of these factors allows some people to grow hair 1.8 m long.

There are differences between men and women in control of natural hair loss, and such losses usually only occur if there is a steady supply of the male hormone dihydrotestosterone. Hippocrates (460-377 BC approx.) observed that eunuchs did not go bald, and scientists now believe that this is because their castration has removed the source of the critical male hormone.

There are also differences between different parts of the body. For example, in men there are usually strong differences in the balding pattern between the top of the scalp and the side of the head. In women age-related hair loss is normally more diffuse throughout the head and much less dramatic.

Permanent damage caused by Trichotillomania
Against the description above, of natural hair loss and regrowth, it is interesting to reflect on long-term damage, which persists after any hair-pulling behavior has stopped.

It seems that damage varies enormously between individuals. One male sufferer had no apparent permanent damage two years after stopping hair pulling, despite nearly 40 years of scalp pulling. By contrast, a middle-aged female indicated that her hair did not regrow after pulling, and that she wore a wig to cover significant and permanent hair loss (2).

Severe hair loss has been recorded as a result of even infrequent hair-pulling episodes of minimal duration. In addition, the repetitive and prolonged pulling can lead to musculoskelatal problems such as carpal tunnel syndrome. (3, 4)

Changes in hair colour to white or grey have been noted, and these can persist long after hair pulling has ceased. Textural changes have also been recorded, e.g. normally straight hair becoming thick and curly (3).

Trichotillomania patients may develop patterns of avoidant behavior in response to hair loss. These can result in avoiding public activities such as swimming or dancing, and shunning intimate relationships (5). It can also result in avoiding physical examinations by a doctor, which results in decreased opportunities for detection and treatment of other medical conditions (3). There is the potential for these serious problems to diminish substantially, if not completely, when the hair-pulling behavior stops.

Associated skin damage can result inadvertently, or deliberately, by picking with fingernails, tweezers etc, resulting in infection or scarring (3). The long-term recovery will, in these cases, depend on the nature and extent of damage.

Where sufferers regularly ingest whole hair there can be formation of a trichobezoar (hair ball). Such balls can become very large and can have serious, even fatal, consequences. Sufferers should seek medical checkups and support, and, after the hair-pulling behavior has ceased, the problem will remain until adequately deal with. In serious cases surgery is generally needed and is usually successful (6).

References:
Fox, D. (2001) "Keep your hair on", New Scientist magazine, Vol. 172 Issue 2312, 13 Oct 2001, p.28
Personal communication
Christenson, GA (1995) "Medical complications of trichotillomania", in Syllabus and Proceedings Summary of the 148th Annual Meeting of the American Psychiatric Association. Washington DC, American Psychiatric Association, 1995, p 158
O'Sullivan, RL; Keuthan, NJ and Gumley, G (1996) "Trichotillomania and carpal tunnel syndrome". J Clin Psychiatry 57:174
Mansueto, CS (1990) "Typography and phenomenology of trichotillomania". Paper presented at the annual convention of the Association for the Advancement of Behavior Therapy. San Francisco, CA, November 1990
DeBakey, M and Ochsner, A (1939) "Bezoars and concretions". Surgery 5:132-160.

hallo allemaal, helaas is alles in het engels, alweer!
Hoop toch dat jullie er wat mee kunnen, en de info komt van de site van TLC ,oftewel Trichotillomania Learning center.
Groeten van Monique3.

monique3
23 november 2002, 00:21
Docosahexaenoic Acid
Docosahexaenoic Acid or DHA for short, is an essetial, omega 3 fatty acid to be found in the body oils of deep sea cold water fish. "Essential" means that very little of this fatty acid can be synthesized by the body and therefore we need to obtain it from our diet.

DHA is necessary for communication between the brain and the nervous system and the importance of DHA to the brain and nervous system is seen early in our development with the mothers blood supplying the fetus with large amounts of DHA. This is seen as so important that the World Health Organization has recommended that DHA be added to infant formulas.

Research indicates that low levels of DHA may be involved in a number of health problems relating to the nervous system including Depression, Dementia and Alzheimer's Disease.

Many Trich sufferers are now claiming that a high dose of DHA supplementation is leaving them free of the urge to pull! They are taking a product by Nordic Naturals containing 250mg DHA and 100mg EPA (Eicosapentaenoic Acid) per capsule and they are taking 5 a day whilst the recommended amount by the manufacturer is 2 a day. These cannot be obtained here in the UK and the fish oil capsules we can get here have a far higher EPA content and also do be aware that many of these supplements also contain Vitamins A and D, both of which can cause serious damage in too large a dose.

Too many individuals have reported miraculous results with this DHA supplement so I'm going to give it a go myself. I'm taking 10 ml of Cod Liver Oil a day (this is the recommended amount and contains vitamins A, D and E) along with 5 FSC Foil capsules containing DHA and EPA and Vitamin E. All this adds up to:
DHA: 1,228 mg
EPA: 2,000 mg
Vitamins A and D: Safe levels
Vitamin E: 11.7 mg

I'll report on my progress.

Helaas weer in het engels, groetjes Monique3.