Tiuri
14 januari 2005, 16:23
We weten intussen allemaal wel hoe het proces van kaal worden door androgenetische haaruitval verloopt:
testosteron wordt omgezet in DHT door het enzym 5AR, DHT hecht zich aan de androgeenreceptoren (AR) van de haarzakjes, het immuunsysteem ziet het haarzakje hierdoor als een indringer en begint een ontstekingsaanval (inflammation).
Maar wat is hier nou de oorzaak van? Interessant is het dan om te kijken naar wat het verschil is tussen een kalende en een niet-kalende man.
Ik dacht altijd dat het enige verschil was dat de kalende man over DHT-gevoelige androgeenreceptoren beschikte, en de niet-kalende man niet. Nu is dat denk ik ook wel het grootste en belangrijkste verschil, maar toch is er meer.
Zo bleek al eerder dat kalende mannen meer DHT hebben:
The ratio of testosterone to epitestosterone (T/E ratio) and DHT level in vertex hair of premature baldness were higher than the value of non-baldness subjects.
[bron (http://www.hair2004.com/download/HairAbstracts_Teil_I.pdf), scroll naar onderzoekje B2.5]
Daarbij is er verschil in de zogenaamde T/E-ratio (T=Testosteron, E=epitestosteron, deze ratio wordt veel in de sportwereld gebruikt om na te gaan of iemand doping heeft gebruikt). Deze ratio is hoger bij kalende vaders en hun zoons dan bij niet-kalende mensen (zie ook deze thread (http://www.haarweb.nl/forum/showthread.php?t=5294)).
In het artikel (http://www.haarweb.nl/forum/showthread.php?p=53226#post53226) dat Haarmannetje me vandaag gaf kwamen echter ook nog andere verschillen naar voren:
Kalende mannen hebben meer van het enzym 5AR bij de haarzakjes:
In addition, studies have found an over expression of 5a-R in human hair follicles of patients with AGA
Kalende mannen hebben meer androgeenreceptoren dan niet-kalenden mannen:
The mechanism of AGA development does not seem to be limited to DHT levels. The number of AR expressed by an individual may have an effect on AGA as well. It is well established that individuals with AGA have higher levels of AR [9–11]. When compared, higher levels of AR have been found in the hair follicles in thinning regions of the scalp versus non-thinning regions [10].
Dus het is niet enkel een kwestie van DHT of gevoelige androgeenreceptoren.
testosteron wordt omgezet in DHT door het enzym 5AR, DHT hecht zich aan de androgeenreceptoren (AR) van de haarzakjes, het immuunsysteem ziet het haarzakje hierdoor als een indringer en begint een ontstekingsaanval (inflammation).
Maar wat is hier nou de oorzaak van? Interessant is het dan om te kijken naar wat het verschil is tussen een kalende en een niet-kalende man.
Ik dacht altijd dat het enige verschil was dat de kalende man over DHT-gevoelige androgeenreceptoren beschikte, en de niet-kalende man niet. Nu is dat denk ik ook wel het grootste en belangrijkste verschil, maar toch is er meer.
Zo bleek al eerder dat kalende mannen meer DHT hebben:
The ratio of testosterone to epitestosterone (T/E ratio) and DHT level in vertex hair of premature baldness were higher than the value of non-baldness subjects.
[bron (http://www.hair2004.com/download/HairAbstracts_Teil_I.pdf), scroll naar onderzoekje B2.5]
Daarbij is er verschil in de zogenaamde T/E-ratio (T=Testosteron, E=epitestosteron, deze ratio wordt veel in de sportwereld gebruikt om na te gaan of iemand doping heeft gebruikt). Deze ratio is hoger bij kalende vaders en hun zoons dan bij niet-kalende mensen (zie ook deze thread (http://www.haarweb.nl/forum/showthread.php?t=5294)).
In het artikel (http://www.haarweb.nl/forum/showthread.php?p=53226#post53226) dat Haarmannetje me vandaag gaf kwamen echter ook nog andere verschillen naar voren:
Kalende mannen hebben meer van het enzym 5AR bij de haarzakjes:
In addition, studies have found an over expression of 5a-R in human hair follicles of patients with AGA
Kalende mannen hebben meer androgeenreceptoren dan niet-kalenden mannen:
The mechanism of AGA development does not seem to be limited to DHT levels. The number of AR expressed by an individual may have an effect on AGA as well. It is well established that individuals with AGA have higher levels of AR [9–11]. When compared, higher levels of AR have been found in the hair follicles in thinning regions of the scalp versus non-thinning regions [10].
Dus het is niet enkel een kwestie van DHT of gevoelige androgeenreceptoren.