1. Wat kan een haartransplantatie voor mij doen?
Bij het inzetten van het middel 'haartransplantatie' moet men realist zijn. Kaler worden betekent dat je haren kwijt raakt. Iemand met een NW6 heeft uiteindelijk misschien nog 40% van zijn haren over, allemaal op zijn achterhoofd, de haarkrans. Met een haartransplantatie kun je de haren weer wat beter verdelen over het hoofd, maar je ontkomt er niet aan dat het gewoon minder haren zijn dan vroeger.
Toch kan een haartransplantatie veel doen voor je uiterlijk. We worden daarbij geholpen door moeder natuur die ervoor gezorgd heeft dat je zelfs met 2/3e van je haren voor het zicht nog een dekkende haardos hebt. Je kunt dus 1/3 van je haren op een bepaalde plek verliezen terwijl de 2/3e die er nog staat volledig voor de buitenwereld verborgen houdt dat er iets aan de hand is. Het betekent ook dat er dus minder haren nodig zijn om terug te planten dan dat er oorspronkelijk stonden om toch een goed resultaat te geven én dat je op plekken waar wel veel haar staat nog haren weg kunt nemen zonder dat je het merkt.
Hoeveel haren nog 'dekkend' zijn is van een aantal factoren afhankelijk. Belangrijkste zijn haarkleur, haardikte en huidskleur. Hoe dichter haarkleur en huidskleur bij elkaar liggen, hoe sneller het resultaat dekkend oogt. Hetzelfde geldt voor dikkere haren.
Maar wat is er nu precies voor jou mogelijk? Dat hangt sterk af van je situatie (hoe kaal ben je nu eigenlijk), van je patroon (bij diffuus haarverlies kan een transplantatie onmogelijk zijn), van je ontwikkeling (een onzekere factor, hoe kaal ga je uiteindelijk waarschijnlijk worden), van je donorgebied (hoe vol met sterke haren is dat) en niet in de minste mate ook van je verwachtingen. Verwacht met een bijna kaal hoofd geen wonderen.
Een haartransplantatie kan iemand met geringe kaalheid voor het oog de haardos teruggeven die hij net na zijn puberteit had. Iemand met wat verder gevorderde kaalheid (NW3/4) kan een mooi dekkende haardos verwachten, maar moet niet kiezen voor een te lage haarlijn. Met een ver gevorderde kaalheid (NW5/NW6) kan nog een resultaat gehaald worden dat 'dekkend maar dunnig oogt'. Ook dan moet gekozen worden voor een conservatieve (hoge) haarlijn. Langharige kapsels zijn niet meer mogelijk, het resultaat is vaak alleen acceptabel als het haar kort wordt gehouden.
De Norwood-Hamilton schaal voor mannen. Van NW1 (jeugdige haarlijn) tot NW8 (smalle haarkrans) en de Ludwig schaal voor vrouwen (gekenmerkt door diffuus haarverlies rond de zogenaamde 'middenscheiding': overigens kunnen vrouwen ook een 'mannelijk' patroon volgen)